de kruisiging van
Karl Neuenthaler


Ook de collectie beeldende kunst die in het werk centraal staat heeft een uitgebreide geschiedenis. De collectie bestond aanvankelijk uit zes grote houten schotten, waarop de voorstellingen waren geschilderd van aangevreten en half vergane planten en dieren. Als schutting zijn ze tentoongesteld in onder meer Sittard en Emmen. In Emmen zijn er twee schotten in elkaar getrapt en daarop heb ik de schotten omgebouwd tot panelen in stellingen die vrij heen en weer kunnen bewegen in weer en wind. Ze staan nu in de ecologische drie hectare metende tuin van goede kennissen nabij Tzum te wachten tot ze zelf ook natuur zijn geworden.

Terug naar home pagina

 

het Jongste Gericht


Terreur
Contraterreur




Terug naar home pagina

 

Catalogus Ethico
Philosophicus




In deze catalogus is bij ieder hoofdstuk een afbeeding van de erbij behorende collectie afgedrukt. Daarom maak ik van de gelegenheid gebruik een paar abstracte werken te laten zien die u nog niet eerder heeft gezien.

Terug naar home pagina


CatalogusAesthetico Philosophicus




Terug naar home pagina

De kruisiging van Karl Neuenthaler, 1971.

Een ecolistische novelle, waarin een krankzinnig mens zichzelf gelijk stelt in recht op bestaan aan alle overige in de natuur voorkomende verschijnselen. De kruisiging van Karl Neuenthaler is nog steeds mijn favoriete werk. De naam Karl Neuenthaler is spontaan bij me opgekomen. Met die achternaam had ik de associatie van een ‘nieuwe taal’ en een ‘nieuw dal’. Een ‘nieuwe taal’ verwijst naar de invulling van het dagelijks leven als praktische consequentie van ecolistische ethiek en een ‘nieuw dal’ verwijst naar de manier waarop zo’n leven eruit ziet. Voor de leef- en woonomgeving van de personen in het verhaal hebben leef- en woonomgeving van mijn oudste broer in Yapton in Sussex halverwege de jaren zestig van de vorige eeuw centraal gestaan. Dat leven heb ik af en toe gedeeld. Voor Karl’s buurvrouw en vriendin heeft een vroegere geliefde model gestaan. De rest is fictie.










Het jongste gericht, 1968.


Een ecolistisch proces in drie bedrijven, waarin een individu Faust als aanklager, verdediger en rechter is teruggeworpen op zijn eigen verpletterende verantwoording.
Na de inleiding, waarin de geraamten van een man, een vrouw en een kind, de geraamten van drie dieren en de gedroogde resten van drie planten in de werkkamer van Faust tot leven komen, volgt in het eerste bedrijf de geschiedenis van hun aanklachten voor hun vroegtijdige dood.
In het tweede bedrijf verdedigen de tot leven gekomen borstbeelden uit het raamkozijn van achtereenvolgens een rechtsgeleerde, een wijsgeer en een theoloog de rechtsorde, waarin planten, dieren en mensen behoren te leven en in het derde bedrijf tenslotte spreekt Faust als individu recht. In dat derde bedrijf heb ik voor de eerste keer ethiek gefundeerd als ecolistisch recht.

Het script wordt begeleid door afbeeldingen van mijn Germaanse collectie. De afbeeldingen daarvan kunt u vinden onder No 4 ‘collecties beeldend werk geïnspireerd op zogenaamde primitieve culturen’.

Terreur Contraterreur 1973

Twee novellen en vijf stellingen ter overweging over terreur als middel van onderdrukking
en contra-terreur als middel ter bevrijding.
Terreur verwarren met conta-terreur is onderdrukking verwarren met bevrijding.
In de eerste novelle zit Maria in de gevangenis. Ze was zwanger en wilde een abortus. Maar anno 1973 verhinderden de wetten van de staat zoiets. Om die reden steelt ze een geweer en schiet de ministers van Justitie en Volksgezondheid dood als hoogste verantwoordelijken voor de wetten, die zij als terreur ervaart en waartegen dit verzet het uiterste middel is.
De tweede novelle gaat over de situatie in de psychiatrie in het begin van jaren zeventig van de vorige eeuw. Dankzij een ‘inbewaringstelling’ komt Dhr. De Raaf in een gesloten afdeling, waarin hij gedwongen wordt zijn identiteit als individu op te geven. In een opwelling steekt hij de geneesheer-directeur dood met het mes dat hij toevallig in zijn hand heeft toen hij stond af te wassen.
De vijf stellingen ter overweging gaan allen over terreur in onze samenleving.
Bij wijze van begeleiding bij dit werk heb ik gekozen voor mijn Bretonse collectie. Met name de intrigerende doodskopjes die zo af en toe zichtbaar zijn op de fresco’s leken me wel van toepassing. Terug te vinden bij No 4 ‘collecties beeldend werk geïnspireerd op zogenaamde primitieve culturen’


Catalogus Ethico Philosophicus 1991-1992.

De eerste druk is uitgegeven in het Nederlands en het Engels. De catalogus is een poging een zevental collecties beeldende kunst van mijn hand nader te analyseren.
Het betreft de volgende collecties:
1. ‘De Germaanse collectie’. Over kunst als mythe.
2. ‘De Abstracte collectie’. Over de concrete eigenschappen van abstracte wetenschap en abstracte kunst.
3. ‘De Aboriginal collectie’. Over religie als sublimatieproces voor angsten en/of onzekerheden.
4. ‘De Partituur collectie’. Over een discrepantie tussen religieuze gevoelens en ratio.
5. ‘Een collectie Droomtijdgezichten’. Over een relatie van religieuze sublimatie en a-priori waarheden of universalia.
6. ‘De Bonampak collectie’. Over een relatie van religie in tijd gedacht, portretkunst en profil, het weglaten van ruimtelijke metaforen in taal en ecolistische ethiek.
7. ‘Quernica in de natuur’. Een ecolistisch manifest.


Catalogus Esthetico Philosophicus 1993.

Ook als eerste druk verschenen in het Nederlands en het Engels.
Een bloemlezing van de belangrijkste gedichten uit de bundels:
‘de akkers en de maagd van steen’,
‘de tot vlees geworden aarde’,
‘bericht van het graf’
en ‘het lam en andere metafysica’.
Als intermezzi krijgt u essays over achtereenvolgens:
‘over synthetische oordelen a priori’,
‘over de werking van onze hersenen’,
en ‘over een mogelijk individueel gedrag van kleinste deeltjes’.

Afbeeldingen van mijn Abstracte collectie dienen ter opluistering. Te vinden onder No 5 ‘collecties abstract en wiskundig beeldend werk’.

 

copyright ©2006